zaterdag 1 februari 2014

Oude emmer verhoor mijn gebed (Gedachte van deze week 6)

In mijn vorig logje vroeg Plato of ik eens een gedicht wilde publiceren uit het boek van Ad Beenackers.
Het boek met de titel "Oude emmer verhoor mijn gebed" is geen boek met gedichten van Ad Beenackers zelf (op enkele uitzonderingen na), maar een verhandeling/bespreking over 150 haiku/tanka en andere dichtregels.

Hieronder een eerste haiku uit deze verhandeling, het is een haiku van Yosa Buson (1716-1783) in een vertaling van Henri Kerlen uit de bundel "De maan in bezit".


-----------------------------------------

de sneeuw smelt

mijn liefste hangt haar sokjes

boven de stookplaats

-----------------------------------------

Ad Beenackers zegt hiervan: 
"Dit is misschien wel de mooiste haiku, die ik ken. Als je het met zo weinig woorden kunt zeggen, waarom zou je er dan meer gebruiken? Als je de liefde zo subtiel kunt verwoorden, waarom zou je het dan bombastisch doen?" 
Van dezelfde Buson is de volgende haiku, in een vertaling van J. van Tooren (Een jonge maan).

 -----------------------------------------

het sneed door mij heen;

bij 't bed van mijn dode vrouw 

trapte ik op haar kam

-----------------------------------------


Hiervan zegt hij: 
"Aangrijpender kan een gedicht toch niet zijn en ook hier geldt, dat er niet meer woorden nodig zijn."

jeer